Argumentatie leer  

Argumentatie leer houdt zich bezig met de vraag op grond waarvan bepaalde redeneringen geaccepteerd dan wel verworpen moeten of kunnen worden.

Een argumentatie omvat in het algemeen twee of meer beweringen (pre­missen) en een of meerdere conclusies. Van een premisse en van een conclusie kunnen we zeggen dat ze waar of onwaar (of onbepaald) zijn. Bij de redenering spreken we van geldig of niet-geldig (drogreden) in die gevallen waar we op grond van bepaalde regels zoiets kunnen vaststellen. Deze regels zijn in de logica erg eenduidig. In andere vormen van argumentaties is meestal duidelijker aan te geven dat er sprake is van ondeugdelijke argumenten dan aan te tonen dat de argumentatie universeel geldig is.

Argumentaties kunnen vele vormen hebben. De meest formele argumentaties vallen onder het hoofdstuk logica (In het kader van de filosofie wordt met logica bedoeld: Formele Logica). In het dagelijks gebruik heeft "dat is logisch" een algemenere betekenis, in feite ongeveer wat we hier een geldige redenering zullen noemen.  Deze houdt zich uitsluitend bezig met inhoud onafhankelijke redeneer schema's.

In de argumentatie leer in het algemeen komen ook aspecten van de inhoud aan de orde.

Een argumentatie is dus een al dan niet geldige, acceptabele  rechtvaardiging van een bewering.

Deze argumentatie staat in het algemeen los van het tot stand­ komen van een mening, bewering. Men kan op vele manieren bijvoorbeeld intuïtief, ten dele redenerend of associërend tot een idee komen. Vervolgens kan men dit onderbouwen met argumenten. Deze argumentatie kan zowel dienen om voor onszelf of voor anderen de mening te verantwoorden, te rationaliseren.

 

Analyse

De meeste argumentaties worden gegeven in wat men proza zou kunnen noemen. Stukken tekst, verhandelingen, betogen die vrijwel nooit een formele structuur hebben. De uitvoering is meestal gericht op lees­baarheid of overtuigingswaarde.

In dat soort gevallen is het nuttig de redenering wat systematischer weer te geven.

Er kunnen twee opbouw mogelijkheden van een redenering onderscheiden worden. Men kan uitgaan van een aantal basis uitgangspunten en al redenerend tot de conclusie komen of men gaat uit van de conclusie en bewijst deze door hem te onderbouwen met basis argumenten. Formeel maakt het niet uit welke richting gekozen wordt. Afhankelijk van het gewenste effect wordt dikwijls voor de een of de ander gekozen. Voor een "eerlijke" discussie is de redenering waarbij van een conclusie wordt uitgegaan te verkiezen aangezien hierbij de "tegenstander" het minst voor verrassingen wordt gezet. In het algemeen is deze methode ook het meest efficiënt aangezien de onderbouwing kan stoppen op het moment dat de ander zich aansluit bij de onderliggende uitgangspunten.

In de Socrates dialogen van Plato zijn vele voorbeelden te vinden hoe met behulp van een naar de conclusie toewerkende dialoog de tegenstander in een soort val gemanuvreerd wordt.

Bij de analyse kunnen schema's zoals die door de Engelsman S.Toulmin  zijn  voorgesteld  het verloop van een  argumentatie explicieter en daarmee duidelijker weergeven.  
                      x

Bij een dergelijk schema kan elke conclusie weer een premisse zijn in een volgend schema en elke premisse (uitgangspunt) en voorwaarde indien gewenst weer nader uitgewerkt worden.

De woord betekenis

Het eerste wat men tegenkomt bij een argumentatie is een volzin, uitspraak, bewering of definitie.
Daarbij zijn dikwijls meerdere interpretaties van die volzin mogelijk. Een interpretatie is in het algemeen gebonden aan een context.
Bekijken we b.v. de uitspraak: "Ada en Brigit zijn gelijk aangekomen" dan kan er afhankelijk van de context b.v. op een nieuwe school, op een feest, na een wandeling, bij een wedstrijd een verschil in tijd zitten van b.v. resp. 1 dag, 1/2 uur, enkele minuten of minder dan een seconde.

Het is duidelijk dat voor meer abstracte beschouwingen de context nog belangrijker is. In veel gevallen kan een zelfde gebeurtenis of feitelijkheid door verschillend woordgebruik een volledig andere betekenis krijgen. Dit wordt dikwijls veroorzaakt door het verschil in context: zie Domeintalen.
vergelijk de volgende zinnen:

"De vrijheidstrijders werden door het regime vermoord"
"De opstandelingen werden geëxecuteerd"
"De terroristen werden veroordeeld en terechtgesteld"

Zo wordt Orestes zowel aangeduid als "de moordenaar van zijn moeder "en als "de wreker van zijn vader" n.a.v. dezelfde daad.

De Contradictie

We spreken van een contradictie (=tegenspraak) wanneer twee uitspraken met elkaar in strijd zijn. Wanneer het uitspraken betreft over feiten is een uitgangspunt voor alle logisch en rationeel denken dat in zo'n geval niet beide uitspraken waar kunnen zijn. Met andere woorden dat tenminste een van de twee uitspraken onwaar is.

Volgens hetzelfde principe kunnen we zeggen dat: een uitspraak niet tegelijkertijd waar en onwaar kan zijn.

Enigszins verwant hieraan is "het principe van de uitgesloten derde". Dit door Aristoteles geponeerde principe zegt: "een uitspraak is waar of onwaar". Pas in het begin van de 20ste eeuw werd onderkend dat dit principe onvolledig is. Er zijn namelijk uitspraken die ongedefinieerd zijn en waarvan dus niet is vast te stellen of ze waar of onwaar zijn.     

Het bekende voorbeeld van Russerl is: "de koning van Frankrijk is kaal" deze uitspraak is onbepaald omdat ook in die tijd een koning van Frankrijk niet bestond.  
Maar ook in de wetenschap heeft men met dit soort uitspraken te maken. Bijvoorbeeld de hypothese "alle soorten zijn ontstaan door mutatie uit andere soorten" kan waarschijnlijk evenmin bewezen worden als de aanname van het scheppingsverhaal dat de soorten gelijktijdig door de schepping zijn gecreëerd. Dat in oudere aardlagen bepaalde soorten niet gevonden zijn bewijst niet dat ze toen niet bestonden zelfs als je de hele aarde zou omploegen en niets vinden is dat niet bewezen het is namelijk al toevallig dat er nog wat resten uit die tijd bewaard zijn gebleven.

Het kan van belang zijn in een dialoog de mogelijkheid van onbepaaldheid te onderkennen want op basis van het oude principe van de uitge­sloten derde zou men wanneer men niet kan aantonen dat iets onwaar is moeten accepteren dat het waar is.

 Argumentatie onderscheid

Als uitgangspunten voor een argumentatie kunnen we onderscheiden:

  1. Feiten, waarheden   met betrekking tot de werkelijkheid
  2. Veronderstellingen  
  en    
  3. Waarden   t.a.v. wat verkieslijk is
  4. Waarden hierarchiën  

 

 In het algemeen leveren uitspraken t.a.v. feiten in de dagelijkse praktijk weinig of geen problemen op. Alleen sommige filosofen vragen zich af wat er bedoeld wordt met "schnee ist weiss" of wat we bedoelen als we het woord "rood" gebruiken.

Zonder te streven naar volledigheid volgen hier een aantal argumenta­tie vormen met een korte aanduiding van de bijbeho­rende problemen.

 Argumentaties t.a.v. de Werkelijkheid

Causaliteit  
Het meest voorkomende model met betrekking tot feiten en gebeurtenissen is dat van oorzaak en gevolg (causaliteit beginsel). Hierbij worden dan ook de meeste fouten gemaakt. Een aantal typische fouten bij gebruik van het causaliteit argument zijn:

Neven oorzaken of voorwaarden.
Zelden is er sprake van een enkelvoudige oorzaak zonder randvoorwaarden.

Bijvoorbeeld:
     Ik botste op mijn voorganger doordat hij plotseling stopte; (nevenvoorwaarden: snelheid, afstand, reactiesnelheid)

Generalisatie
Hoewel een bepaald feit dikwijls bepaalde gevolgen heeft behoeft dit niet altijd het geval te zijn.  

B.v.: Verzet tegen een rechtse dictatuur werdt door Moskou gestimuleerd, en omgekeerd tegen een links regime door de C.I.A.

Wisselwerking
tussen twee factoren maakt het onmogelijk een van de factoren als oorzaak aan te geven.  

Voorbeelden van wisselwerkingen:

           ·    Uit de natuurkunde: geladen deeltjes oefen in elkaars nabijheid een wisselwerking uit.

           ·    Bij escalatie van geweld en bij een bewapening wedloop is de oorspronkelijke aanleiding, wanneer die al vastgesteld kan worden, niet meer relevant maar wordt de gang van zaken door wisselwerking bepaald. 

Correlatie
Tussen gebeurtenissen kan vanuit eenzelfde oorzaak plaatsvinden zonder dat de eerst optredende gebeurtenis als oor­zaak van de ander mag worden aangemerkt.

Wanneer bijvoorbeeld geconstateerd wordt dat piramides in Egypte en Zuid Amerika dezelfde opbouw hebben, of wanneer sprookjes op verschillende plaatsen de zelfde thema's, of wanneer uitvindingen op verschillende plaatsen worden gedaan kan daaruit nog niet worden afgeleid dat er contact tussen die verschillende culturen en plaatsen is geweest.

Argumentaties t.a.v.Waarden  

Moeilijker dan met betrekking tot feiten liggen de argumenta­ties met betrekking tot waarden. Hierbij gaat het meestal om waarde hiërarchieën.

Zo stelden een tijdlang een aantal Amerikaanse politici "voor een vrede in Vietnam te zijn maar niet tot elke prijs." Hier­mee bedoelden ze  niet te zeer ten koste van het Amerikaanse prestige. Dat wil zeggen ze stelde dit prestige hoger in hun  waarde hiërarchie dan de vrede (in Vietnam). In zo'n geval kan de discussie zich toespitsen op de vraag hoe deze keuze ge­rechtvaardigd kan worden. Hierbij zal het lastig zijn ver­schillende type waarden (in dit geval vrede en presti­ge) onderling te vergelijken.Maar men zou in dit geval als volgt kunnen argumenteren in termen van vrede:" het prestige ver­lies verzwakt de "Pax Amerika" (de door Amerikaans macht overwicht bereik­te stabiliteit  in een groot deel van de wereld)".

Indien mogelijk  geldt dat bij argumentaties, waarbij waarden een rol spelen, men moet proberen zoveel mogelijk te argumen­teren in dezelfde soort waarden zoals  in bovenstaand voor­beeld.   

Dikwijls lopen echter verschillende aannames door elkaar. Zoals bij de argumentatie dat "de bevoegdheden van de politie moeten worden uitgebreid om de orde en veiligheid te handhaven". Hierbij is de eerst aanname de veronderstelling dat uitbreiding van de bevoegdheden werkelijk een positief effect heeft. Een tegenargument vindt men  door te wijzen op het feit dat de politie in o.a. in Amerika grotere bevoegdheden heeft maar dat orde en veiligheid daar zeker niet beter zijn. Ook kan men er op wijzen dat bijvoorbeeld in Engeland de overtuiging heerst dat de beperking in de bevoegdheden van de politie bij het gebruik van wapens (de agenten zijn slechts in uitzonderingsgevallen bewapend). niet schadelijk is voor handhaving van de orde maar daarentegen escalatie voorkomt. De tweede aanname is dat orde en veiligheid te prefereren zijn boven b.v. een politie staat waarbij burgers problemen kunnen krijgen met misbruik of onjuist gebruik van grote bevoegdheden.  

Een veel voorkomend probleem is het meten met twee maten.

In zijn inleiding tot "de beschaving" stelt J.P.Guepin op een pagina "De godsdienst komt in mijn systeem niet voor, en wel omdat ik de godsdienst onbeschaafd vind, zeker een godsdienst die op bloedige offers en martelaarschap is gebaseerd." en enkele alinea’s verder "Nu staat meer centraal de gedachte dat voor de tragici de door bloed­schuld en incest bezoedelde voortijd een voorwaarde is voor de orde van de huidige beschaving. Het bloedig fundament van de beschaving."

Ook in de politiek is het meten met twee maten een veel voorkomend verschijnsel. Zo wordt in de USA in het algemeen iets toleranter geoordeeld over misstanden onder rechtse regimes dan die onder linkse regimes. In Nederland lijkt het omgekeerde het geval.  

Drogredenen: Intrinsiek ongeldige redeneringen

Onder een drogreden wordt in het algemeen verstaan een redenering die niet klopt maar die wel aannemelijk lijkt.  Dat hoeft niet te beteken dat het onzin is, ze kunnen wel nuttig zijn als uitleg van hetgeen bedoeld wordt.  

Een groot aantal vormen van drogredenen heeft al sinds de klassieke oudheid een naam gekregen. De verschillende vormen van drogreden kunnen in clusters worden onderscheiden [voor een uitgebreid overzicht zie Wikipedia drogreden]:

In de praktijk komt men nogal eens uitspraken tegen zoals: "teveel eten is schadelijk voor de gezondheid" . Hierbij wordt "te veel" tevens impliciet gedefinieerd als die hoeveelheid die schadelijk is voor de gezondheid. De bestijding van dit type argumentatie is in het algemeen door de cirkel structuur ervan duidelijk te maken. ("inderdaad dat is per definitie waar"). 

Men kan dikwijls de cirkel redenering beschouwen als een definitie of een precisering.

Conclusie
Argumentaties van een bepaalde mening of standpunt dienen zorgvuldig te worden geanalyseerd want er zijn veel onjuiste redeneringen mogelijk.

Daarnaast is ook een goede analyse van de context nodig. Een argumentatie kan op zichzelf juist zijn maar als de uitgangspunten of de context van de discussie partners te zeer uiteenlopen is de redenering niet relevant. 
Voor het inzicht wat de discussie partner relevant vindt is het nuttig te weten waar zijn interesses liggen. Eventuele belangen van de discussie partner kunnen echter, zoals we gezien hebben, niet als geldige tegenargumenten worden gebruikt. 

Een goed voorbeeld hoe hier op in te spelen:
In een argumentatie voor handhaving of verbetering van minimum lonen en uitkeringen spreken bepaalde groepen niet  over een "rechtvaardige inkomensverdeling" maar over "handhaving of verbetering van de koopkracht". 

 

Historie van de Argumentatieleer


Evenals vele andere onderdelen van de filosofie vindt de argumentatieleer zijn oorsprong in de Griekse filosofie.
Plato was van mening dat alleen tot de Retorica mocht worden gerekend wat tot het ethisch goede leidt. Aristoteles ziet de kennis en de theorie van de argumentatie technieken los van het doel waarvoor men deze kennis gebruikt. De redenaar is verantwoordelijk voor het ethisch juiste gebruik.

Met name Aristoteles heeft de grondslag gelegd zowel voor de argumentatieleer als voor de logica. Dat wat we nu met logica aanduiden werd door hem "analytica" genoemd.
Wat hij aanduidde met "dialectica" is wat ruimer dan de oorspronkelijke betekenis, namelijk de argumentatie methoden in een debat tussen twee personen. Bij Aristoteles heeft "dialectica" betrekking op redeneringen met premissen die niet onomstotelijk vast staan. Dit komt aardig overeen met wat we nu argumentatieleer noemen. In de loop van de geschiedenis heeft " dialectica" echter verschillende betekenissen gekregen.

Naast beide bovengenoemde redeneer vormen noemt Aristoteles de " Retorica" . Hierbij wordt meer accent gelegd op de overtuigingskracht van de redenering dan op de geldigheid. De spreker of schrijver kan daarbij gebruik maken van de "ethos", door te wijzen op zijn betrouwbaarheid, van de "pathos", door op het gevoel van de anderen te spelen, en van de "logos", de redelijkheid.

Ook de betekenis van "retorica" is in de loop van de tijd veranderd. Het heeft ook de bijklank gekregen van "mooi praat": meer aandacht voor de vorm dan voor de inhoud. Met name de laatste tijd wordt "retorica" weer gebruikt in een betekenis die Aristoteles er aan gaf, maar soms ook een betekenis min of meer samenvallend met argumentatieleer. 

Aan de grondslagen van Aristoteles in bovengenoemde gebieden is na de Romeinse tijd tot aan de tweede helft van de vorige eeuw weinig relevants toegevoegd.

Hermagoras van Temnos werkt omstreeks 150 v Chr. een synthese uit van de Griekse Retorica.

In de Romeinse tijd speelde de argumentatie in het politieke en juridische leven een belangrijke rol. De politicus en filosoof Cicero hield zich zowel met de theorie  als de prak­tijk van de Retorica bezig. Naast de al door Aristoteles genoemde elementen van overtuigingskracht noemt hij ook de Humor. Hier komt ook het raakvlak van de argumentatie leer met de ethiek naar voren n.l. in de vraagstel­ling in hoeverre men gebruik mag maken van niet rationele maar daar­mee dikwijls wel effectieve elementen in de overtuigingskracht. (zoals de tegenstander belachelijk maken)

Cicero en vele Romeinse theoretici stellen als eis voor een goede redenaar een hoog moreel besef. Ze beschouwde de Retorica als een belangrijk maatschappelijk wapen dat met verantwoordelijk­heidsgevoel moet worden gehanteerd.

Omstreeks het midden van de 19de eeuw ontstond wat we nu de moderne of formele, mathematische logica noemen.

De moderne argumentatieleer is zelfs pas van deze eeuw. Met name de Noorse filosoof  A Naess  en  de Belgische filosofen C.Perelman  en  L.Olbrechts-Tyteca hebben de Argumentatie leer weer op de kaart gezet.
De woorden "argumentatie" en "redenering" worden nu als synoniemen gebruikt.

 

 

Filosofietuin        van Hans Tromp
Home