Maatschappij filosofie

Het is opmerkelijk dat relatief weinig filosofen - in de Westerse filosofie- zich intensief met de Maatschappij hebben beziggehouden. Na 'De Staat' en 'De wetten' van Plato blijft het vrij lang stil op dit gebied. De meeste filosofische beschouwingen komen van niet-beroepsfilosofen zoals Machiavelli, More, Montainge en Hobbes, veelal vanuit praktische ervaringen. In de tweede helft van de 19de eeuw komt hierin verandering, niet verwonderlijk ongeveer gelijk met de  ontwikkeling van de sociologie als zelfstandige wetenschap met oa Max Weber als een van de grondleggers. 

Parallel daaraan ontwikkelt met name
John Stuart Mill  dan in het Angelsaksische taal gebied het Utilitarisme tot een dominante maatschappijfilosofie. Vervolgens zien we in de Angelsaksische wereld dat ook het Pragmatisme vanuit zijn basisconcepten zich met maatschappij vraagstukken bezighoudt. Daarbij heeft met name John Dewey in belangrijke mate bijgedragen. 

Maatschappijbeeld van het Pragmatisme

Op het Europese continent heeft in de twintigste eeuw het Marxistisch denken invloed op het filosofisch denken met name de Kritische Theorie van de Frankfurter Schule.

Kritische Theorie van de Frankfurter Schule

De Franfurter Schule richt zich vooral op de filosofische grondslagen van de sociale wetenschappen. Onderstaand een korte samenvatting van hun "Kritische theorie" (De belangrijkste vertegenwoordigers hiervan waren: Adorno, Horkheimer, Habermas en Marcuse). Zij zetten ze zich met name af tegen de positivistische benadering van deze wetenschappen. Het positivisme benadert de sociale wetenschappen met dezelfde of soortgelijke methoden als in de natuurwetenschappen gebruikelijk zijn.

Ze volgen Marx wat betreft de relatie van sociale wetenschappen en filosofie met de maatschappij. De wetenschappen dienen zich niet geïsoleerd op te stellen maar moeten zich ook actief bezig te houden met hun relatie tot de maatschappij. Met de "Kritische theorie" wordt aangegeven dat elke wetenschappelijke vraagstelling samen moet gaan met een kritische analyse van het daarbij behorende maatschappij beeld.

Deze uitgangspunten betekenen dat een wetenschap zich volgens de Kritische Theorie bevindt in een spanningsveld met enerzijds het maatschappijbeeld zoals het wordt aangenomen, anderzijds de maatschappelijke wens t.a.v. deze wetenschap en tenslotte natuurlijk de relatie met de objecten van onderzoek. Deze relaties zijn in het diagram weergegeven.  

 

xx
Het is van belang te onderkennen dat elk van deze relaties het karakter van een wisselwerking heeft. Dat wil zeggen de Kritische wetenschap heeft ook invloed op het maatschappij beel en de Maatschappelijke wensen.

Men moet immers bereid zijn aan de hand van wetenschappelijke resultaten het maatschappijbeeld bij te stellen anders is men volledig dogmatisch bezig  met een wetenschappelijke onderbouwing van vooroordelen. 

Merk op dat bovenstaand model past in het concept van de fenomenologie. Beide stromingen hebben hun wortels in het begin van deze eeuw. Grondlegger voor de sociale wetenschappen was Max Weber zijn werk heeft grote invloed gehad op de Franfurter Schule. Specifiek hierbij voor de Frankfurter Schule is het engagement van wetenschap en samenleving.   

Om bovenstaande toe te lichten het volgende voorbeelden.

         Een onderzoek naar de verschillende aspecten van voortijdig schoolverlater is typisch een onderzoek dat wordt opgepakt vanuit een (vermeende) maatschappelijke behoef­te. Deze kan variëren van een standpunt. De aard van een dergelijk onderzoek zal sterk bepaald worden door achter­grond van de probleemstelling b.v. wanneer het gaat om de kosten van onderwijs zal onderzoek mede verricht worden naar de voorselectie mogelijkheden. Wanneer emancipatorische of behoefte aan bepaalde categorieën opgeleiden een rol spelen zullen de omstandigheden die voortijdig afbre­ken van de opleiding kunnen veroorzaken vooral de aan­dacht krijgen.

          Daarnaast speelt het mensbeeld een belangrijke rol. Uitgaande van een in aanleg gelijkheid (maar door externe en cultuur factoren bepaalde ongelijkheid) komt men tot een andere aanpak dan wanneer wordt uitgegaan van b.v. genetische verschillen tussen mensen.

Niet alleen bij vrijwel elk onderzoek in de sociale wetenschappen spelen deze factoren een rol. Ook in wetenschappen als economie, biologie maar ook in de natuur en scheikunde spelen deze elementen een rol. 

Dialectiek
 
Dit begrip speelt een belangrijke rol bij een aantal theorieën over mens en maatschappij.

In het algemeen wordt er mee bedoeld een concept (denkmodel) dat niet uitgaat van de geschiedenis van het denken  als een ontwikkeling langs rechte lijn maar een ontwikkeling via tegenstellingen. In de klassieke oudheid werd het begrip gebruikt om de methode aan te geven van het zoeken naar de waarheid in een dialoog vanuit tegengestelde uitgangspunten.

Sinds (Hegel en Fichte) het midden van de 19de eeuw wordt het  gebruikt binnen filosofische stromingen als concept zoals hierboven aangegeven.  
Expliciet wordt het gehanteerd in het model :" These - Antithese - Synthese ".
Zeer bekend is de theorie van het Dialectisch Materialisme van Marx. Hij past het concept van de ontwikkeling in tegenstellingen toe op het sociaal economisch gebeuren.  
 

Inmiddels is het een algemeen herkenbaar patroon in maatschappelijke processen

Marxisme

Marxisme kan beschouwd worden als een politieke/maatschappelijke stroming maar zeker ook ook als een filosofische stroming (Marx promoveerde op de filosofie in de lijn van Hegel). Geen westerse filosofische stroming heeft zoveel maatschappelijk effect gehad als het marxisme en daarmee samenhangende stromingen. 

Maar ook omgekeerd geen politieke/maatschappelijke stroming heeft zoveel invloed gehad op ten minste een deel van het continentaal filosofisch denken als het Marxisme. Bij Karl Marx en navolgende scholen worden de filosofie en de maatschappij namelijk dogmatisch gekoppeld. Als uitgangspunt wordt genomen  dat de filosofie maatschappelijk geëngageerd is en daarom ook geëngageerd moet zijn.

Waar Hegel de dialectiek beschouwt van de ideeën van de menselijke geest stelt Marx stelt de sociaal economische structuur als de basis van het ontwikkelingsproces. 

Ook buiten het dogmatisch marxisme zien we een toename van  maatschappelijke invloed van de filosofie met name via de sociale wetenschappen. Niet alleen worden de sociale wetenschappen en hun beoefenaars ingeschakeld bij beleidsvorming  maar ook bij algemene opleidingen wordt het mens en maatschappij beeld mede bepaald vanuit deze disciplines.

Primaten maatschappijen

De laatste decennia is veel wetenschappelijk inzicht verkregen in het sociaal gedrag bij aan de mens verwante soorten, met name de mensapen chimpansees en meer recent ook de ondersoort Bonobo's.
Hoewel het moeilijk is een te menselijke interpretatie van deze waarnemingen uit te sluiten  tonen diverse onderzoeken aan dat er grote overeenkomsten zijn in bepaalde basis mechanismen. Het is opmerkelijk dat de filosofie hier tot nu toe weinig aandacht aan heeft besteed. Het ziet er namelijk naar uit dat een groot aantal aspecten van de menselijke samenleving niet zozeer gebaseerd zijn op rationele overwegingen maar meer op genetisch ondersteunde basismechanismen. Een uitzondering wat betreft filosofische beschouwingen over de consequenties van dit type waarnemingen is McIntire die zijn ethische concepten bijstelt in 'Dependent Rational Animals', hoewel hij om onduidelijke redenen meer aandacht besteed aan dolfijnen in plaats van primaten.

Binnen het Nederlandse taalgebied zijn met name de verschillende boeken van Frans de Waal zeer toegankelijk.[ref FdW-CP, FdW-V, FdW-dAiO]

Filosofietuin        van Hans Tromp
Home